GKBS
Hoe begin je aan een nieuw kerkelijk seizoen?
Online zie ik de schrijnende beelden van een in allerijl uitgebrand kerkgebouw in Epe en het raakt me. Precies een jaar geleden mocht ik er eens voorgaan, in de gemeente waar uw ds. Priem eerder diende. Na afloop van de dienst bleef ik er nog even koffie drinken, samen met bijna alle andere kerkgangers van die ochtend. Trots werden me de verbouwde bijgebouwen getoond. Vanwege alle multifunctionaliteit die de gemeente zozeer bij de tijd had gebracht, bespeurde ik dankbaarheid. En nu is het er allemaal niet meer of is er misschien nog een heel klein beetje van over. Ik weet het eigenlijk niet precies.
Ja, hoe begin je aan een nieuw kerkelijk seizoen zonder die ene plek van samenkomst? Hoe laat je jezelf aanmoedigen door het altijd wat opgeklopte enthousiasme van een startzondag als je misschien eerst langs de verkoolde resten van je kerkgebouw hebt moeten lopen, met ergens daarin of daartussen de resten van het doopvont dat er misschien al tientallen jaren stond? Hoe bevestig je ouderlingen, diakenen, kerkrentmeesters, waar beginnen zij aan, als werkelijk alles weer van onderaf moet worden opgebouwd? Wat zeg je als predikant tegen je schapen, hoe houd je maanden later de moed er nog in en welke gevolgen zal zo'n dramatisch gebeuren eigenlijk hebben in zo'n dorp? Zou het misschien ook kerkelijke drempels kunnen verlagen, geharnaste overtuigingen kunnen relativeren, op den duur mensen zelfs geloviger of christelijker kunnen maken omdat het er nu even echt om gaat?
In de Bijbel gaat het best vaak over 'vuur' en dan op allerlei manieren. Vuur is enerzijds verwoestend, verterend, levensbedreigend en anderzijds geeft vuur warmte, energie en licht. De profeten gebruiken vuur als ze naar het oordeel van God verwijzen, maar in andere verhalen staat het vuur voor de wonderlijke presentie van God; bedreigend, de weg wijzend en Daniel en zijn vrienden ondervinden in de brandende vuuroven juist Gods geborgenheid en bescherming. Tenslotte is het vuur ook louterend, zuiverend, enthousiasmerend en staan op de eerste Pinksterdag, en nog lang daarna, wankele gelovigen helemaal in vuur en vlam voor de Heer.
Kijkend naar de beelden van dat volledig uitgebrande kerkgebouw, me verplaatsend in die plotseling dakloos geworden gemeente in Epe, realiseer ik me weer hoe dankbaar we eigenlijk mogen zijn met onze kerkgebouwen, waarvan we soms heel gemakkelijk zeggen ze vooral als een last te ervaren. In werkelijkheid zijn het plekken waar talloze kostbare herinneringen liggen opgeslagen, omdat juist daar de wonderlijke en onverdiende presentie van God zomaar werd ervaren. Met allerlei mooie diensten in aantocht hoop ik dat u de geur van het kerkgebouw weer eens komt opsnuiven, omdat u daar, misschien wel meer dan thuis, het risico loopt geestelijk weer wat te ontbranden.
Ruben Werrie