GKBS
Meditatie: Dansend water
MEDITATIE
Dansend water
Begin januari was ik, samen met een stuk of 35 collega’s, op een retraite ergens in Brabant. Drie dagen met veel vieringen, ontmoeting, stilte, zingen en gebed. Mooi om het jaar zo te beginnen, met tijd om tot jezelf te komen en na te denken over het jaar dat komt, wensen en verlangens, plannen voor de gemeente, maar ook zorgen over mensen en structuren, aantallen en geld en niet te vergeten de wereld.
In het klooster was het nog helemaal Kerst. In de kapel een prachtige Kerststal met twee levensgrote kerstbomen erachter waar de lichtjes hoopvol in branden. Het licht is opgegaan in het duister, het Kind is geboren!
Tijdens de retraite is er ook ruimte om te oefenen met vormen, die ook voor velen van ons nieuw en onwennig zijn. Bijvoorbeeld in een workshop bibliodans, waarin je wordt uitgenodigd om dansend met een Bijbeltekst bezig te zijn. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar wel de nodige reserve bij had. Ik ben van nature niet zo’n danser. Ik zit eigenlijk best veel in mijn hoofd en de creatieve vormen waar ik wel mee bekend ben zitten toch meer in je handen dan in je lijf, maar goed: een nieuw jaar, dus nieuwe kansen.
In de workshop ging het over water. Na verschillende inleidende bewegingen dachten we dansend na over water. Hoe het kan stromen, snel of langzaam, stortend en bruisend of kalm en kabbelend; hoe het kan neerstorten uit de hemel of opspatten tegen je aan; hoe het kan spetteren en in fonteinen opspringen … gaandeweg bedachten we steeds meer vormen en bewegingen van water die je dan probeerde in je dans te gebruiken.
Toen dat water helemaal in ons lijf zat, niet alleen in ons hoofd en onze gedachten, maar ook in ons hart en in ons lijf, lazen we een Bijbeltekst van Jezus die spreekt over levend water.
‘Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken! Stromen van levend water zullen uit het binnenste vloeien van wie in Mij gelooft.’ (Joh. 7:38)
We kregen de opdracht: hoe ziet dood water eruit? Hoe voelt dat om je heen, hoe zou je dat dansen? Voor mij was dat dode water overal om me heen, als
een stilstaande poel waarin je bent vastgelopen, als een stroperige massa die om je heen klotst. Ik voelde in dat water de zorg om de wereld, die voortdurend tegen je knieën beukt, je voeten overspoelt en je hoofd naar beneden trekt en ik merkte dat ik stil stond, dat de dans stokte.
Toen werd die tekst opnieuw gelezen, over stromen van levend water, en die woorden kwamen heel anders binnen. Het was of ik het water voelde opborrelen: kleine dwarse bubbels van vreugde dwars door dat dode water heen. Door die borrelende vreugde veranderde het water, het kwam tot leven en begon te spetteren en te stromen en het nam mij mee: mijn handen omhoog en naar de verte, mijn hoofd naar de hemel.
Bijzonder, hoe door die voor-mij-vreemde dansvorm dat beeld van levend water ineens zo heel dichtbij kwam. Ik wens u toe dat in ook rondom uw voeten de vreugde zal opborrelen!
Ds. Neeltje Rietveld de Jong