GKBS
Meditatie: Wie is gelijk aan de Heer, onze God?
Meditatie Wie is gelijk aan de Heer, onze God?
Bijna elk jaar mag ik in het kader van de GSK op bezoek bij één van de basisscholen op het dorp en steevast word ik daar getrakteerd op een paar mooie vragen. Meestal begint het met een schuchtere vraag naar m'n leeftijd, met een spervuur aan getallen als gevolg, vaak wat te hoog naar m'n zin. Daarna komt de vraag naar m'n werk en waarom ik uberhaupt ooit gekozen heb voor het vak van dominee. Dit jaar volgden op deze gebruikelijke vragen nog een aantal andere, onverwachte vragen, zoals: wat was je mooiste preek ooit en noem dan eens een spannend avontuur uit je eigen leven. Vragen, prachtige vragen, want vragen ontregelen, brengen je bij de kern en blijven je naderhand nog even bij.
Ik denk dat het lezen van de Bijbel ook begint met het stellen van vragen en dat geldt zelfs voor een onopvallend loflied als Psalm 113. In feite is Psalm 113 één lange oproep om God te eren. Niet voor niets begint en eindigt de psalm met het woordje 'halleluja'. De dienaren van de tempel vinden God geweldig en ze roepen elkaar op om Gods Naam groot te maken. De lof voor God moet klinken op elk moment van de dag én op alle plekken; 'van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, zij geloofd de naam van de Heer'. Zou je me om een godsbewijs vragen, dan zou ik je daarop wijzen. Want het is toch eigenlijk ongelooflijk dat de naam van die provinciale God inmiddels overal wordt gekend, breeduit wordt grootgemaakt en dat de paar vierkante kilometers van dat oude heiligdom meer en meer de spil van de aarde beginnnen te worden.
Maar waarom moet God eigenlijk lof ontvangen? Waarom moet die Naam uberhaupt worden grootgemaakt? De psalmdichter vraagt en antwoordt zelf als hij zegt: 'wie is gelijk aan de Heer, onze God, die hoog daar boven zijn woning heeft, en verheven boven de hemel zijn luister of heerlijkheid'. Dat laatste woordje 'heerlijkheid' of 'luister' betekent letterlijk 'gewicht', iets dat weegt en zich naar beneden drukkend manifesteert. Dat naar beneden drukkende gewicht van die heerlijkheid bevindt zich boven de hemel. Prachtig vind ik dat, zeker in deze tijd. Dat alles wat zo gewichtig doet op aarde gerelativeerd wordt door God, wiens heerlijkheid ver verheven is boven het hoogste dat wij kennen: de hemelen! Hij heeft alle macht in handen. Van Hem is het koningschap, de macht en de majesteit.
Ja, God heeft alle macht. Hij is dus zeer verheven, maar is Hij dan niet te ver weg? Vers 5 zegt: 'Wie is als de Heer, onze God? Die zeer hoog woont, die zeer laag ziet'. Onze God, die zeer hoog woont, richt Zijn oog naar beneden en als Hij iets ziet, kijkt Hij niet weg. En met Zijn kijken, dient Hij niet zijn eigen belang. Juist niet. Groepen die niet meetellen, hebben zijn aandacht en Hij doet er wat aan. De geringe, de arme, de treurende, allerlei voorbeelden komen voorbij. Hij lost niet alles op, maar geeft hier en daar wel een por in de goede richting, als het een mens eens aan een beetje moed ontbreekt. En tenslotte. In Jezus Christus zien we werkelijk hoe de hoge God de laagste mensen helpt en wil helpen. Daar gaat het heen. Daar lopen we op vooruit. Dan wordt de lofzang wereldwijd. Daarom. Ja, wie is gelijk aan de Heer, onze God?
ds. Ruben Werrie