GKBS
Meditatie: Redderen met Psalm 103
Meditatie
Redderen met Psalm 103
Afgelopen week las ik een artikel waarin de theoloog Eric Borgman het woord ‘redderen’ gebruikte. En dat stond dan voor dat we voor alles in het leven praktische concrete oplossingen willen hebben die graag snel het probleem uit de wereld helpen. Maar helaas is niet alles in het leven praktisch op te lossen. In de kerk dus ook niet.
Borgman vervolgde met: ‘Als je continu je eigen leven moet vormgeven en geen fundament hebt waarop je kunt terugvallen – dat hou je niet vol.’ En: ‘Dat hoeft ook niet. Je hoeft jezelf niet overeind te houden. Je hoeft er niet voor te zorgen dat je gezien wordt. Je wordt al gezien. Je bent al van betekenis. Het christendom leert: er gaat iets vooraf aan al onze vragen en inspanningen.’
En toen lazen we als pastoresteam samen Psalm 103 en gaf die Psalm ineens heel veel richting. Nee, geen concrete oplossing voor allerlei uitdagingen in de agenda dit voorjaar. Maar een uitnodiging om stil te staan bij de schoonheid die God geeft, de trouw die Hij heeft, de liefde en barmhartigheid die Hem kenmerkt.
Heb je weleens een spiegeltje bij je in een kerk? Als je die in je hand legt en je kijkt vanuit het spiegeltje naar het plafond, dan kan je plafondschilderingen zoveel prettiger bewonderen. Nou hebben we die nog niet in de Zuider- en Adventkerk. Maar ‘t geeft ook een ander beeld. Je realiseert je misschien ineens een ander perspectief. Psalm 103 spreekt over ‘Zoals de hoge hemel de aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen.’ Bedenk dat eens in onze huizen van hout en steen, dat lang de stormen heeft doorstaan, waar nog de wolk gebeden hangt, van wie zijn voorgegaan (NLB 280).
En als je het hebt over een gezamenlijk uitgangspunt, dan moeten we bij Onze Vader zijn; lees dit:
‘Zo ver als het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze zonden van ons verwijderd.
Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt zich de HEER over wie Hem vrezen.
Want Hij weet waarvan wij gemaakt zijn, Hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd.’
Kunnen we meedromen over de toekomst van onze mogelijke kleinkinderen? Hoe zij gebruik zouden willen gaan maken van onze gebouwen? God wil met ze verder.
‘Maar de HEER is trouw aan wie Hem vrezen, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij doet recht aan de kinderen en kleinkinderen van wie zich houdt aan zijn verbond en naar zijn geboden leeft.’
Vraag de twintigers en tieners eens of ze willen vertellen wat ze bezighoudt.
En misschien kunnen we hier een fotowedstrijd van maken ‘Hij overlaadt u met schoonheid en geluk’ en op zoek gaan naar mooie momenten, mooie beelden in de natuur, een schilderij of een concert, of in onze gebouwen, die een goede herinnering zullen zijn, en die delen met elkaar.
De psalm begint èn eindigt met de opdracht om God te prijzen, om niet een van zijn weldaden te vergeten.
‘Prijs de HEER, mijn ziel, prijs, mijn hart, zijn heilige naam. Prijs de HEER, mijn ziel, vergeet niet één van zijn weldaden.’ Wat een uitnodiging om onze eigen zorgen even naast ons te leggen en dankbaarheid te oefenen richting God. Juist in een voorjaar dat we nog niet weten hoe we precies kerk zullen zijn in 1 gebouw. Laten we ons vullen met Zijn liefde om als levende stenen te groeien zodat God ons kan gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Van dat we zelf alleen alles proberen te redderen, naar vertrouwen op zijn redding.
Onze huizen slijten mét ons aan de tijd,
maar blijven zal de kracht
die wie hier schuilen verder leidt
tot alles is volbracht.
Karin Timmerman