GKBS
Meditatie: Dankend en verwachtend doorgaan
Dankend en verwachtend doorgaan
Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. (Genesis 8:20)
Woensdag 3 november was het dankdag. De dag die we als christenen apart zetten om God te danken voor alles wat Hij ons geeft. Ik sta nog even stil bij deze dankdag.
Ik ben in de herfstvakantie, met een groep jongeren uit mijn eigen gemeente, in Hongarije geweest. Op vrijdagmorgen kwamen we met een lading hout aan bij een klein huisje met een schamel dak. Het dak was op een aantal plaatsen stuk. Eenmaal binnen bleek het plafond ook op een aantal plaatsen stuk te zijn. De eigenaar van het huis had de huurders beloofd om water en elektra aan te sluiten. Helaas is dit niet gebeurd. Daar woon je dan, een vader en moeder met 2 al wat oudere kinderen. Het dak is lek, er staat en jerrycan met water op de grond en hoe ze dat in het donker doen is mij een raadsel.
Na ongeveer 2 maanden stapt Noach met zijn gezin uit de ark. De aarde is weer droog. Ze hebben lang opgesloten gezeten en nu kunnen ze naar buiten de benen strekken en toeleven naar een nieuw begin. Wat moeten de handen van Noach en zijn familieleden hebben gejeukt. Klaar om aan de slag te gaan. Daar heb je toch zin in als je 2 maanden weinig hebt kunnen doen. Ze moeten een nieuw huis bouwen. De dieren moeten worden losgelaten. Het land moet gereed gemaakt worden om de planten. Zoveel te doen, er is nog zoveel te doen. Kom, we gaan snel aan de slag!
Toch gebeurt dat niet. Het eerste dat Noach doet is het bouwen van een altaar. Een altaar voor de HEER. Hij neemt eerst de tijd om God te bedanken omdat zij als gezin gered zijn.
Dan lezen we iets vreemds: “daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels”. Die reine dieren kunnen alleen maar uit de ark komen. Op de aarde was niets levend meer te vinden. De dieren die Noach gebruikt komen dus uit de ark. Nu had Noach van de reine dieren 7 paartjes meegenomen, dus er was wel genoeg. Maar als er niets meer op aarde leeft dan is het wel heel spannend om een aantal van die dieren te gebruiken.
Ik proef daar geloofsvertrouwen in. Noach vertrouwde op de HEER dat er nog voldoende overbleef om de aarde opnieuw te laten wemelen van de reine dieren. Hij wist dat alles in de ark van God was en dat God opnieuw zou voorzien. Na 2 maanden vast te hebben gezeten kiest Noach ervoor om eerst God te bedanken. Hij brengt daarbij in vertrouwen een groot offer. Hij geeft van wat hij heeft en vertrouwt erop dat HEER het weer terug geeft.
Dat is een mooie les voor ons zelf. Durf je te geven van wat jezelf ontvangen hebt? Durf je te vertrouwen dat God voor je zorgt? Ik denk terug aan dat huisje in Hongarije. We hebben hen hout gegeven. Wat zou ik hen (of anderen) nog meer kunnen geven. Waarvan heb ik niet genoeg maar mag ik als een dankoffer aan de HEER geven? Ik denk gelijk aan mijn tijd. Tijd heb ik niet genoeg. Durf ik mijn tijd aan de HEER te geven in het volste vertrouwen dat er meer dan voldoende tijd over blijft? Ik vind het een lastige vraag. Tijd geven als een dankoffer voor God omdat alles van Hem is, ook mijn tijd. Dankend een offer geven omdat Hij alles gegeven heeft en vandaar uit in volste vertrouwen weer doorgaan. Waar kan jij je tijd als een dankoffer aan de HEER geven?
Ronny van Renswoude