gereformeerde kerk

groeien in geloof

GKBS

Meditatie “Hemelse hoop”

Meditatie “Hemelse hoop”
Heeft u hoop? Hoop voor de wereld? Voor je leven? Voor de toekomst?
En vind u iets van die hoop in de kerk?
Vorige week stond er een open brief in de krant, gericht aan alle voorgangers, dominees, priesters en kerkleiders namens alle christelijke jongeren in Nederland. Een brief met een noodkreet.

Ze schrijven: “Net als onze leeftijdsgenoten, maken we ons zorgen. Over wereldwijde klimaatverandering, vervuiling, racisme, discriminatie vanwege seksuele geaardheid en online uitbuiting. Onrecht in deze wereld houdt ons bezig, we willen met onze generatie het verschil maken. Alleen weten we niet goed waar we moeten beginnen. En langzaam maar zeker verliezen we de hoop dat de kerk ons kan helpen.”

Ik vond het best een confronterende brief. Jongeren die aan de slag willen, die iets willen doen, en die beseffen: we hebben mensen nodig die ons helpen, die inspireren en ons bemoedigen, die net als wij geloven dat de wereld veranderd kán worden; mensen die hoop hebben.
Maar blijkbaar vinden ze die niet in de kerk.

Confronterend. Pijnlijk ook. En zo heel anders dan wat Petrus over de kerk schrijft. ‘Wij leven in hoop,’ begint hij zijn brief (1 Petrus 1:3). En het is de hoop die vragen oproept, daarom schrijft hij: ‘Wees altijd bereid te antwoorden als iemand u vraagt naar de hoop die in u is.’ (1 Petrus 3:15).
Als je bedenkt dat Petrus schrijft aan christenen die vervolgd worden, dan is die hoop extra bijzonder. Ondanks de dreiging is dat hun kenmerk. En die hoop is gebaseerd op de opstanding en de hemelvaart.

Jezus is opgestaan en nu is Hij in de hemel, in de glorie van God, hoe je je dat ook moet voorstellen. Maar Hij blijft met ons verbonden. Denk maar aan het beeld van de kerk als Lichaam van Christus. Van dat Lichaam zijn wij de leden, de armen en benen, maar Jezus is het hoofd, en Hij is in de hemel. Het is dus net alsof wij met ons hoofd in de wolken lopen.

Dat betekent niet dat we de wereld los moeten laten, alsof deze wereld niet belangrijk is en we alleen maar bezig moeten zijn met het hogere. Juist niet. Wij hoeven onszelf niet de hemel in te werken, ons Hoofd – Jezus – is daar al.
Maar het betekent wél dat we vanuit de hemel worden aangestuurd. Dat in al ons handelen, ons denken, ons doen iets meekomt van hemels licht.

Zoals je soms de zonnestralen op de aarde ziet vallen, zo valt het hemels licht op ons leven. En dan ga je iets zien van hoe het leven kán zijn. Hoe het kan wórden. En dan krijg je vanzelf visioenen. Dan begin je te hopen op Zijn licht in vastgelopen relaties. Op Zijn verzoening, waar al jaren ruzie is. Je krijgt hoop op leven, in de meest doodse gebieden. Op vernieuwing en vreugde, waar geen uitweg leek.

Als we de jongeren iets moeten leren, kunnen leren, laat dát dan het kenmerk zijn van onze gemeente: Hoop die ondanks alles in ons is. Waardoor we niet buigen voor cynisme en wantrouwen, maar opstaan en het goede doen, tegen de klippen op misschien, maar vol goede moed, omdat Hij ons leven niet loslaat.
Ds. Neeltje Rietveld-de Jong