gereformeerde kerk

groeien in geloof

GKBS

meditatie: Het bruist in onze kerk

Het bruist in onze kerk. Heeft u het gehoord? Mensen waren blij omdat die en die ouderling wil worden. Ook al is het ‘seizoen’ bijna afgelopen, er is werk aan de winkel. Want we willen een nieuwe jongerenwerker werven, en ook nieuwe ouderlingen en diakenen en wijkdames, en we zien uit naar nieuwe kinderwerkers en bestuurders.

Zo’n zestig dagen terug gingen we van stilte naar gejuich omdat het Pasen werd. We vierden dat Jezus de dood overwon. We lazen dat Jezus tegen de discipelen zei “Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u. Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de heilige Geest. Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven.” Het ontvangen van de Geest heeft te maken met een zending: die van de vergeving. Zo zette Jezus de discipelen in de ruimte om te kunnen gaan, gezonden op weg.
Vergeven is loslaten. Vergeven is ruimte maken. Vergeven is gunnen. En vergeven is lastig.
Vergeven betekent dat je liefde geeft over de grens van het gewone heen: vérder-geven, for-give, par-donner.1 De gave van de Geest nodigt ons uit om ten volle te durven liefhebben. Om toe te laten dat het leven van God – die liefde is – deel wordt van ons leven.

Want als het bruist, dan is er een bron. En als we vergeven zijn, kan het water doorstromen. Wat is onze bron? Wat zet ons in beweging? Wat doet ons verlangen naar meer? Verlangen we terug naar hoe alles vroeger goed was? Soms lijkt dat wel, maar we weten ook wel dat we een selectief geheugen hebben en mogelijk ‘toen’ het leven ook wel heel pittig was. We hebben balans nodig tussen respect voor het verleden en openheid voor de toekomst, historische lessen, tradities en waarden geven immers ook waardevolle inzichten. Op die manier kan de kerk relevant blijven in het evangelie verkondigen en de gemeenschap dienen.

Als het gaat om die bron, dan moet ik ook even denken aan een ander verhaal uit het evangelie van Johannes. Die vrouw bij de put. Jezus waagde het op het heetst van de dag bij een put van Samaritanen. Daar wilde Hij van drinken. Even later leert Jezus aan die vrouw, en twee milennia later aan ons, over levend water om de vervulling te beschrijven die Hij biedt. Iedereen die drinkt van het water dat Hij geeft, zal nooit meer dorst hebben (Joh. 4). Daarbij zegt Jezus dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, en dat God zulke aanbidders zoekt. De Geest zal altijd Jezus verhogen. De Geest bidt in ons als we dat zelf niet kunnen. En de Geest maakt ons nieuwsgierig en verlangend naar hoe het evangelie bij volgende generaties kan landen. En dat hebben we nodig met Happen en trappen in juni en in ons nieuwe kerkseizoen.

‘Gods koninkrijk is verborgen voor de wereld, maar wordt zichtbaar waar mensen de Geest door zich heen laten stromen. Een leven en een gemeenschap van verzoening, vrede, vriendschap, geduld, zelfbeheersing en mildheid maken alle woorden overbodig. Daar getuigen de daden, en daar spreekt het leven door Zijn aanwezigheid’.2
Laten wij ruimte maken om vervuld te zijn. Laat met Kol. 3:16 het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; leer en vermaan elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, zing voor de Heer met dank in uw hart.
Karin Timmerman