gereformeerde kerk

groeien in geloof

GKBS

Meditatie: In Quarantaine

Misschien mag ik er niet al te hoog over opgeven, maar een half jaar corona heeft me best goed in het gehoorzamen van regeltjes gemaakt. Ik ben niet geheel onfeilbaar, maar al maandenlang ontwijk ik allerlei uitgestoken handen, plaats ik mezelf met nog meer enthousiasme dan anders op een plaatsje achteraf en in een kerkdienst weet ik het contact met kerkgangers tot een minimum te beperken. Waar ik eerder weleens een spontane klap op de schouders gaf, beperk ik me nu tot een knikje op een veilige anderhalve meter. Zelfs de afstand tot m'n vrouw is nog nooit zo groot geweest.  
 
Terwijl ik mezelf gehoorzaam en zelfvoldaan isoleer van m'n medemensen, opent de Bijbel zich verrassend nieuw voor me en ontdek ik nieuwe facetten aan Jezus' lichamelijkheid. Ik lees met verbazing hoe Jezus al vroeg in het evangelie van Marcus medelijden krijgt met een melaatse, hem aanraakt en zichzelf, vanwege zijn mogelijke besmetting, voor dagen in de wildernis (lees quarantaine) duwt. Iets later in datzelfde evangelie lezen we dat Hij aan z'n lichaam voelt dat Hij in een trekkende en duwende menigte door een bloedvloeiende vrouw specifiek bij zijn bovenkleed wordt aangeraakt, omdat zich kracht aan Hem onttrokken heeft. En nog weer later lezen we bij Johannes dat Hij voorafgaand aan Zijn afscheid van deze aarde over zijn discipelenkring blaast en hen op die wijze de Heilige Geest laat ontvangen.  
 
In onze herfstvakantie aan de Zeeuwse kust las ik bij een Engelse collega dat wij in het westen geloof maar al te vaak beschouwen als ergens verstandelijk mee instemmen. In diverse andere culturen weten ze dat geloof een ervaring van het hele lichaam is, van de zintuigen van buiten en de organen van binnen. Alles is erbij betrokken en je bemerkt dat vaak pas als het geloof er plotseling niet meer is of heftig bevraagd wordt. Herkent u dat? Wat voel ik soms aan m'n lijf dat ik in het afgelopen jaar de massale samenzang of het snelle praatje bij het ophangen van de jassen heb moeten missen. Ik mis de vreugde van een stampvolle hal in de Adventkerk, ik mis de rijen bij het feliciteren van doopouders en belijdeniscatechisanten, ik mis de grappige opmerkingen bij het praatje met de kinderen en zelfs de gierende zenuwen van de zondagochtend, omdat we elkaar overlopen in onze badkamer en ik bang ben te laat te komen. Ik kan het missen.   
 
Zo gaan we met stramme spieren, met knikkende knieën en misschien met een tikkeltje uitgedroogd geloof langzaam op weg naar advent en kerst, niet wetend wat dat ons nu weer brengen zal. Zeker is wel dat het zal gaan om een Kind. Geboren in een vijandige en besmette wereld, waar Hij medelijden had met geïsoleerde mensen. Juist die mensen aanraakte, hen de handen op heeft gelegd en hen middels de Heilige Geest de verbondenheid met de Vader liet ervaren. Ja, Christus redt, heelt, raakt aan, blaast nieuwe levenskracht in ons mensen, neemt aan het Kruis al onze besmettelijke ziekten op zich en dat doet Hij nu u al tweeduizend jaar en in alle culturen. Zo raakt hij alles aan wat incompleet, onvervuld, onzeker en hopeloos is in ons leven en plaatst het zonder aarzelen in Zijn koninkrijk. En zo is er bij Hem niets hopeloos. Onze toekomst is groter en tastbaarder dan ons gebroken verleden.  
 
Ds. Ruben Werrie